Dragon

Dragon (Artemisia dracunculus) is een veel gebruikt kruid in de keuken welke zich onderscheidt in 2 ondersoorten. De Franse dragon kan ongeveer een halve meter hoog worden en is bitterzoet, aromatisch en heeft een peperachtige en naar anijs nijgende smaak. De Russische dragon, ook wel wilde dragon, kan ongeveer een meter hoog worden en heeft een bittere en minder uitgesprokenere smaak.
Met name de Franse dragon wordt veel gebruikt in de keuken voor gerechten. Vooral in de klassieke sauzen als bearnaise- en bechamelsaus wordt dragon gebruikt. Hiernaast is dragon ook zeer goed bruikbaar in vinaigrettes en mosterd. Ook wordt dragon gebruikt in het Franse fines herbes.
Russische dragon wordt met name gebruikt in Tarkhun; een frisdrank die met name populair is in Rusland en aangrenzende landen aan de zuid-west-zijde van Rusland.
Dragon werd voor het eerst in de 13e eeuw toegepast in Centraal en Oost Europa. Pas rond de 18e eeuw vond het zijn weg naar de Franse keukens. Echter van oorsprong komt dragon uit West Azië en het zuiden van Rusland.

Gebruik van Dragon

Dragon is qua smaak een sterk kruid. De bitterzoete, anijsachtige en peperige smaak komt dan ook in veel gerechten goed tot zijn recht en kan ook mee verwarmd worden met tal van gerechten. Naast eerder genoemde sauzen is dragon ook goed te gebruiken in een kruidenazijn of salade, visgerechten, eieren en vleesgerechten.
Bij verhitting geeft dragon ook goed zijn smaak af. Zorg er dus voor, ook vanwege de sterke smaak, dat er niet teveel gebruikt wordt van dit kruid in een gerecht.